vrijdag 30 november 2007

ritueel

Waarom komen we toch steeds op ideeën als we op het toilet zitten of wanneer we onder de douche staan? Ik denk dat het komt omdat we een bepaald ritueel ondergaan. Tijdens dat ritueel van zitten, toiletpapier pakken (twee, drie of meer velletjes) wachten, of het ritueel van de temperatuur van het water voelen, onder de douche stappen, eerst je haar wassen, dan je gezicht, je lichaam en even onder een hete straal staan; tijdens dat ritueel hebben onze hersenen de tijd om zijn gang te gaan. We hoeven namelijk niet bij de handelingen na te denken. Het geeft onze geest vrijbaan om te dromen, dagdromen met een zekere alertheid.
Hetzelfde gebeurde toen we nog aan de telefoon zaten (nu lopen we aan de telefoon). De kleine tekeningetjes die we maakten groeiden uit tot waanzinnige ideeën. Rituelen worden alsmaar schaarser met een afname van religieuzen. Ik zou wel de laatste persoon zijn om te zeggen dat we met z'n allen weer in god moeten gaan geloven maar een bepaalde toewijding zou ons niet misstaan. Ik geef mijn toewijding aan ontwerpen. Nu zoek ik nog een ritueel.

woensdag 28 november 2007

maandag 26 november 2007

Scriptie

En toen kwam het tot mij. Beeldopvoeding. In hoeverre zijn ontwerpers in staat, of zelfs verplicht om de beeldconsument op te voeden.
In een tijd waarin de burger door cultuurverlammende entertainment zoet wordt gehouden voel ik me als beeldmaker enigzins verantwoordelijk. Documentaires als Zeitgeist en Outfoxed inspireren mij. Ik ben op zoek gegaan met de vraag of hier genoeg informatie over te vinden valt. Ik strandde bij de website maxbruinsma.nl. Bij texts kwam ik bij het kopje:

First Things First 2000
designers, use your skills for worthy causes!

'designers (...) apply their skill and imagination to sell dog biscuits, designer coffee, diamonds, detergents, hair gel, cigarettes, credit cards, sneakers, butt toners, light beer and heavy-duty recreational vehicles. Commercial work has always paid the bills, but many graphic designers have now let it become, in large measure, what graphic designers do.'

Omdat ik zelf ook een verwende en onverschillige consument dreigde te worden zette ik mij af van het idee dat een ontwerp zo duidelijk moet communiceren als mogelijk is. Ik wil ontwerpen maken voor kritische consumenten die op zoek gaan naar wat zij willen en niet alles aannemen wat hen toekomt. 'Als je het niet begrijpt, is het niet voor jou bedoelt' als ik zo vrij mag zijn om mijzelf uit m'n vroegere raplyrics te quoten.

De tijd is aangebroken om onze ogen te openen en niet langer in een waan te leven. Je merkt het. Meer en meer mensen zetten hun vraagtekens bij de huidige maatschappij. Reclame- en programmamakers worden hierdoor aggressiever en doen er alles aan om je producten aan te smeren die je niet nodig hebt. Hier kan ik bijzonder kwaad om worden.

Ik zal in de komende weken een duidelijke vraagstelling moeten formuleren. Van daaruit kan ik een inhoudsopgave en opzet maken en beginnen met research.

Project Docu

Na een korte onderbreking vanwege mijn keelontsteking ben ik weer met Çağla opgetrokken. Vrijdag moest ze naar de drukker. Ze gaat een roman insturen voor een competitie.



















Çağla moest ook haar huiswerk maken. Ze zit in haar eindexamenjaar maar krijgt opdrachten die je eerder voor het tweede jaar zou verwachten. Ze moet macro- en micro-opnamen maken van onder andere dieren. Ze wilde eigenlijk niet dat ik het zou filmen maar het is natuurlijk onderdeel van haar leven.












Dinsdag ga ik met haar mee naar de school waar ze lesgeeft. We gaan nog naar haar huis en daar wil ik ook haar moeder vragen over hoe Çağla is. Ze heeft veel ruzie met haar moeder dus ik ben benieuwd hoe dat gaat. Çağla moet tevens voor school foto's maken van demonstraties. En we gaan een vriend van haar bezoeken waar ze eens foto's van heeft gemaakt. Dit alles binnen de vier weken dat ik nog in Istanbul ben.

Op de uni

Maar wat gebeurt er nu eigenlijk op de universiteit van Marmara? Naast het in gesprek raken met slecht Engels sprekende maar zeer vriendelijke studenten volg ik nu nog twee vakken. Typografie op maandag en interactieve media op donderdag.

In de les typografie zijn er twee projecten gaande: Een gedicht typograferen en een liefdesbrief. Het gedicht hoop ik voor 17 december af te ronden. De liefdesbrief loopt langer door en zal worden tentoongestelt in het voorjaar. Door middel van emails zal ik het project blijven volgen zodat ook mijn brief getoond wordt.

Afgelopen maandag had ik de opdracht gekregen om een kort gedicht vorm te geven (welke eerst vanuit het Turks vertaald werd naar het Engels en later door mij naar het Nederlands).






















In de les interactieve media ben ik bezig met een website voor Çağla Cömert. Zij is tevens mijn onderwerp voor de documentaire. Het wordt een simpele website met een introductie waarbij ik videomateriaal ga gebruiken. Het woordmerk wat ik eerder heb laten zien wordt hierin verwerkt. Deze opdracht loopt tot eind januari en zal ook vanuit Nederland worden afgerond.

zondag 25 november 2007

Het korte leven























Uit de recensie van Hans Bouman voor De Volkskrant.

Het boek vertelt het verhaal van Oscar, een jongeman van Dominicaanse komaf die opgroeit in de troosteloze voorsteden van Paterson, New Jersey. De Latijns-Amerikaanse cultuur waarin Oscar wortelt, vereist van mannen een macho-uitstraling en -optreden, maar helaas is dat voor hem wat hoog gegrepen. Weliswaar wordt hij voortdurend verliefd en is hij in zijn fantasieën de heldhaftigheid zelve, maar in werkelijkheid is hij een moddervette, zweterige, door jeugdpuistjes en zure oprispingen geteisterde nerd.‘Meisjes lagen verder buiten zijn bereik dan Jupiter. Hij was een kruk in elke sport, sloeg zelfs met domino een modderfiguur, en dansen kon hij al helemaal niet. En het ergst van alles: hij zag er niet uit. Droeg een monsterlijke uilenbril (zijn ‘chickverschrikker’ zeiden Al en Miggs, de enige jongens die met hem wilden optrekken).’

Ter compensatie van zijn gebrek aan succes in de alledaagse werkelijkheid concentreert Oscar zich op de alternatieve realiteit van het lezen. Vooral fantasy en sciencefiction hebben zijn voorkeur. Binnen de kortste keren spreekt en schrijft hij zowel het Sindarijns en het Quenya van Tolkien als het Chakobsa van Herbert, weet hij alles van het Marvel-stripboekuniversum en is hij een kei in rollenspelen als Dungeons & Dragons. Maar uiteraard maakt dit alles hem voor zijn vrouwelijke leeftijdgenoten alleen maar onaantrekkelijker. Gaat deze weinig veelbelovende held desondanks een weliswaar kort maar evengoed wonderbaarleven leiden?

Het is duidelijk dat Díaz in zijn boek niet alleen een onderhoudend verhaal wil vertellen, maar ook een politiek statement wil maken. Al op de eerste bladzijden lezen we over de fukú americanus, de ‘Doem van de Nieuwe Wereld’. Het is een vloek van Afrikaanse oorsprong, meegevoerd op het gekerm van slaven in de scheepsruimen en door de ‘Ontdekker van de Nieuwe Wereld’ naar Amerika gebracht. Daar werd de ‘grote zeevaarder’ – Columbus uiteraard – niet alleen de brenger maar ook het eerste slachtoffer van de vloek: hij stierf onder erbarmelijke omstandigheden aan syfilis. Ook de moord op John F. Kennedy, de aanslagen van 11 september en andere Amerikaanse rampen zouden het gevolg zijn van de fukú, aldus het Dominicaanse volksgeloof.

Klik hier voor de volledige recensie.

Slecht idee

Na 90 dagen verloopt een toeristenvisum. Dat wist ik. En dat zou afgelopen week gebeuren. Ik moest dus het land uit anders zou ik een boete riskeren waarvan de hoogte niet bekend is. Dus om het zekere voor het onzekere te nemen stapte ik afgelopen woensdag op de bus naar Edırne, zo'n 230 km ten noorden van Istanbul vlakbij de Griekse en Bulgaarse grens. Op internet had ik al gelezen dat je een toeristenvisum eigenlijk niet mag verlengen op de manier zoals ik dat wilde doen en dat je behoorlijk wat gezeik kan krijgen als je niet minimaal 24 uur aan de andere kant verblijft. Ik gokte er maar op. Ik had aanwijzingen uit de Lonely Planet opgevolgd dus de reis ernaartoe was niet lastig. Eenmaal gesettled in de bus zag ik in de stoel schuin voor me een vrouw die de krant opensloeg. Nu is mijn Turks niet zo goed dat ik kon lezen wat er stond maar de naam Edırne met daarbij een foto van met water ondergelopen straten zei genoeg. Ik had een slechte dag uitgekozen om de grens over te steken.

Ik kwam aan in Edırne en het was vergeleken met Istanbul prachtig weer. Geen water te bekennen. Op de kaart kon ik zien dat een wandeling naar de Griekse grens prima te doen zou zijn als de brug over de rivier niet lager was dan de waterstand. Het had wel degelijk geregend de afgelopen dagen. Griekenland was buiten mijn bereik. Dan Bulgarije. Niet per voet te doen maar een taksichauffeur legde me uit dat ik een minibus kon nemen. Goed. Ik nam 'm, stapte uit aan de grens en liep vol goede moed naar de grensovergang. 'Waar ga jij naartoe?' vroeg de Douaneman mij. Ik antwoordde dat ik naar Bulgarije wilde. 'Bulgarije is dicht' dus ik moest maar teruggaan waar ik vandaan kwam. Gloeiende reetkevers! Ik had het idee dat het een lange dag zou worden. Ik gaf niet op. Samen met een klein oud vrouwtje stond ik te wachten totdat de volgende minibus ons weer terug naar Edırne kon brengen. Ze legde me uit dat ik vanuit Edırne een taksi kon nemen naar Hamzabeyli zo'n 50 km met de auto. Zal wel een duur geintje worden dacht ik maar goed; ik moest en zou het deze dag geregeld hebben.

Selçuk de taksichauffeur was 'zo vriendelijk' om mij naar de grens te brengen voor 50 YTL (zo'n 35 Euro). Aangekomen bij de grens vroeg ik in m'n beste Turks of hij een half uur op me wilde wachten zodat hij me voor nogmaals 50 YTL terug kon brengen. Dat wilde hij wel.
Nu had ik geluk. De eerste douanebeambte vroeg me waar mijn auto was. Het zal er ook wel gek hebben uitgezien; een voetganger tussen vrachtauto's. 'You are going back to Turkey, right?' zei hij met een lach op z'n gezicht. Hij had denk ik net z'n Cup'a Soup gehad want mijn Bulgaarse stempel staat nu in m'n paspoort. Ik was op de helft. Op het moment dat ik terug wilde naar Turkije na 10 minuten van Bulgarije te hebben genoten hield een man zonder lach op zijn gezicht mij tegen. 'You're not going back to Turkey, you're going to Bulgary!'. Met de smoes dat ik belangrijke documenten was vergeten (hij wist ook wel beter maar z'n Cup'a Soup dreigde koud te worden) liet hij me gaan. Nu nog een Turkse stempel en ik kon weer terug naar Istanbul. Volgens mij was de inmiddels achtste douanebeambte die ik moest gaan ontmoeten niet echt snugger. Hij keek niet naar de Bulgaarse stempel waar dezelfde datum opstond als de joekeloeres grote kalender voor z'n neus. Nu had ik opnieuw een Turkse stempel in m'n paspoort waarmee ik de rest van de korte tijd dat ik nog in Istanbul ben legaal kan doorbrengen. Filmpje in de bus en thuis een lekker biertje. Geen slecht idee.

Klik hier voor het artikel van de BBC over het ondergelopen Edırne.

zondag 11 november 2007

Drugs

Nu weet ik weer hoe erg het is om mijn hoofd niet te kunnen gebruiken. De afgelopen dagen heb ik in bed doorgebracht. Marijn was op bezoek, een vriendin van mij uit Amsterdam. Het was haar vakantie. Little did she know dat ze Istanbul grotendeels solo moest ontdekken. De eerste dagen van haar verblijf heeft ze me nog weten mee te slepen maar na zaterdag stond ik voor de keuze: thuisblijven of sterven. Dinsdag ben ik op vele verzoek naar de schooldokter geweest. Ik had koorts en een keelontsteking en moest aan de antibiotica. Nu hebben ze het volgens mij via de verzekering van een ander laten lopen omdat het anders te veel gedoe zou zijn. Prima.
Ik had binnen
twee uur
mijn drugs.
En die sloegen gelukkig snel aan. Mijn hoofd begon langzaam weer te werken. En ik had de drang om iets creatiefs te doen. Even iets nieuws. Ik stuitte op de blog van Frank en mijn vingers begonnen te jeuken. Heerlijk. Tweewekelijkse opdracht. Maak een poster voor de band Tunng. Aan de slag.
Na kort wat research (lees: beknopte beschrijvingen lezen over de band) opende ik met verkeerde informatie Photoshop (het enige bruikbare programma op deze grafkist waarmee ik dolgelukkig ben dat ik hem gebruiken kan).






















Nee. Tunng is geen electroband die je laat swingen onder invloed van GHB. Tunng is folk. Jammer want ik vond 'm wel lekker. Ik op zoek naar wat folk is (Googleplaatjes zoeken: folk). Oké, ik zou een slechte ontwerper zijn als ik niet even een paar albums van Tunng naar beneden zou laden. Rustig. Beetje Zero 7-achtig. Moderne folk. Hier kan ik wel wat mee.

























Eén van de eerste plaatjes die ik vond was van folk-embrodery. Borduurwerk. Dat is folk. Daar is het beeld van de poster van afgeleid. Met de kleuren wil ik het niet te suf maken. Ik denk dat het wel bij de band past al lijkt het niet op eerder artwork wat voor de band is gemaakt, maar dat boeit natuurlijk niet. Bij deze mijn bijdrage aan de tweewekelijkse opdracht.